Carbon footprint: residuele mix

Voor elke carbon footprint die Exergie oplevert, zorgen we ervoor dat deze in overeenstemming is met het Greenhouse Gas Protocol. Dit garandeert een betrouwbare weergave van de koolstofinventaris van een bedrijf, maakt een nauwkeurige vergelijking mogelijk en zorgt voor een correcte naleving van duurzaamheidsregelgevingen zoals de CSRD.

Binnen het GHG Protocol wordt het elektriciteitsverbruik berekend onder scope 2. Hiervoor gelden specifieke rapportagevereisten om de rapportage van groene elektriciteit te uniformiseren. De koolstofvoetafdruk van aangekochte elektriciteit moet dubbel worden gerapporteerd: eenmaal via de locatiegebaseerde methode en eenmaal via de marktgebaseerde methode. Voor de locatiegebaseerde methode moet het bedrijf een gemiddelde emissiefactor gebruiken van de elektriciteitsproductie in de directe omgeving of regio van de site. Voor de marktgebaseerde methode moet het bedrijf de specifieke emissiefactor van hun elektriciteitscontract rapporteren. Dit stelt bedrijven die groene elektriciteit aanschaffen in staat dit te weerspiegelen in hun scope 2-berekening.

Echter, dit brengt een potentieel probleem van dubbeltelling met zich mee. Zonder controlemechanisme wordt groene elektriciteit die is aangekocht door bedrijven met een groen elektriciteitscontract, meegeteld bij de berekening van de emissiefactor van bedrijven zonder groen elektriciteitscontract als zij een lokale gemiddelde emissiefactor gebruiken voor hun marktgebaseerde berekening. Hierdoor wordt de groene elektriciteit dubbel geteld. Om dit te voorkomen heeft het GHG Protocol de voorwaarde opgelegd binnen de marktgebaseerde methode om grijze elektriciteit te rapporteren via de emissiefactor van de residuele mix. Deze residuele mix bestaat uit alle elektriciteit die niet specifiek door andere partijen is opgekocht. 

De instantie die de residuele mix berekent voor alle Europese landen, het AIB, heeft in juni zijn jaarlijkse rapport  bekendgemaakt. Daarmee zijn daarbij ook de verschillende emissiefactoren voor Europa bekend. Deze emissiefactoren slaan op de directe uitstoot die gekoppeld is aan het opwekken van de elektriciteit. Indirecte emissies zoals uitstoot bij ontginning en transportverliezen worden hierbij niet meegerekend. 




België heeft een emissiefactor voor de productiemix van 112 gCO2/kWh in 2023. Deze wordt gebruikt door onze koolstof-experten voor de locatiegebaseerde berekening. Voor de marktgebaseerde berekening dient een emissiefactor te worden gebruikt die specifiek vermeld staat op het elektriciteitscontract. Indien daar geen informatie over beschikbaar is, dient de emissiefactor van de residuele mix te worden gebruikt. Deze is 167 gCO2/kWh. Door de aankoop van garanties van oorsprong uit het buitenland ligt de emissiefactor van de gemiddelde verbruiker in België lager dan de productiemix. Deze heeft een emissiefactor van 106 gCO2/kWh. Dit toont aan dat veel mensen bereid zijn de hogere prijs voor groene elektriciteit te betalen.




DEEL DIT BERICHT: